Het was een behoorlijke trip, maar ik heb het gehaald: Ik ben in Sydney, Canada. Ook niet geheel onbelangrijk: Mijn fiets ook! Intact!
Nadat mijn oom, Willem, me naar Schiphol heeft gebracht heb ik meteen mijn bagage ingecheckt. Ik was even bang dat het niet doorging, omdat er iets mis was met mijn ETA aanvraag (soort visum voor Canada). Ik bleek een verkeerd paspoortnummer te hebben ingevuld omdat ik een 0 voor een o had aangezien. Gelukkig kon het worden opgelost en kon ik worden ingecheckt. Snel even een bakkie koffie met m’n (groot)ouders, zus en schoonbroer en toen was het tijd om afscheid te nemen. Dat vond ik best lastig, om eerlijk te zijn. Ik dacht dat ik emotieloos was, maar dat is gelukkig niet zo 😊. De vluchten van Amsterdam – Reykjavik en Reykjavik – Toronto gingen prima. Richting Toronto kon ik zelfs overdwars op de vliegtuigstoelen slapen omdat de twee stoelen naast mij leeg waren, wat een mazzel! Op Toronto verliep het allemaal een stuk minder soepel. Ik vertelde de grensbewaker mijn verhaal, en hij vroeg zich af of het niet wat koud was om in Canada te gaan fietsen. Hij leek me te geloven en liet me door. Toen ik naar de bagage reclaim area wilde lopen werd ik door iemand naar een andere ruimte gestuurd, waar ik mijn verhaal opnieuw moest vertellen aan een vrouw. De vrouw stelde me een flink aantal vragen en vroeg of ik mijn verhaal op de een of andere manier kon bewijzen. Mijn spaarrekening en vaccinatiepaspoort met vaccinaties die nutteloos zijn voor Canada bleken niet voldoende. Ze wilde graag iemand bellen om mijn verhaal te verifiëren. Ze belde het nummer van mijn vader, die in tweede instantie gelukkig opnam (half twee ’s nachts in Nederland). Uiteraard kwamen onze verhalen perfect overeen en ze was eindelijk overtuigd, ze wenste me succes en ik mocht door! Ik pikte mijn bagage en half beschadigde fietsdoos op om richting de check-in balie te lopen. De fietsdoos was veel te groot voor de luchthaven, bij elke bocht bleef de doos haken, ik moest er zelfs mee door een treintje richting een andere terminal. Ik merkte dat mijn mouwen doorweekt waren van het stress-zweet. Nadat ik, na wat blufwerk, eindelijk was ingecheckt wilde ik mijn fietsdoos afgeven bij de afwijkende bagage, maar de doos was te groot voor de x-ray machine. De doos moest open, de fiets moest eruit…. Na een korte inspectie was alles in orde. Gelukkig was ik zo slim om tape mee te nemen, dus ik kon alles weer netjes dichtmaken en de beschadigingen een klein beetje herstellen. Van de 5 uur die ik oorspronkelijk had bleef een 45 minuten over nadat ik door de security heen was. De vlucht naar Sydney verliep verder prima. Terwijl ik aan het wachten was op mijn fietsdoos kwam er een vrouw naar me toe. Ze vroeg zich af wat ik hier nog deed. Ik vertelde haar dat ik van plan was te overnachten op de luchthaven en dat ik morgenochtend wilde gaan fietsen. De vrouw en haar man, Lorrie en Leroy, boden aan om bij hun thuis te overnachten. Ik gaf aan dat de doos wel erg groot was om te vervoeren. Ze waren ervan overtuigd dat het in hun auto paste. Toen ik met de doos kwam aanzetten waren ze, niet geheel verrassend, verbaasd over de grootte. Het paste niet in de auto, bovendien kon de achterklep van de auto niet open. We besloten de doos kapot te maken en de fiets los in de auto te stoppen. Voorwiel eraf, losse bagage ernaast en na wat pielen zat alles in de auto. Later zagen we dat de spijkerbanden van de fiets de deur en bekleding behoorlijk hadden beschadigd… Dat was geen probleem. De vrouw en ik deelden de stoel en na een minuut of 10/15 waren we bij hun thuis. Ik kreeg zelfs een sightseeing tour onderweg. Ik was te moe om er ook maar iets van te onthouden, maar dat maakt niet uit. Ik kreeg een heerlijk warm bed en de volgende dag zelfs een heerlijk ontbijt. Nadat ik mijn fiets in elkaar had gezet en Lorrie en Leroy bedankte, bracht Leroy me naar ’t eerste adres, zo’n 5 minuten rijden.
Hier ontmoette ik Raphael en Ann-Sophie, waar ik de komende twee nachten zal acclimatiseren. Een erg aardig jong stel, beiden nog student. Ze gingen uit eten met een stel vrienden en vroegen of ik mee wilde, uiteraard wilde ik wel mee. We aten bij Montana’s, een soort semi-fastfood restaurant waar je toch een beetje het idee hebt dat je in een ‘echt’ restaurant bent. De moedertaal van de groep was Frans, dus er werd voornamelijk in het Frans gesproken. Na het eten gingen we met de groep terug naar huis om wat kaartspelletjes te spelen.
De volgende dag hadden Raphael en Ann een uitgebreid weekend-ontbijt gemaakt met pannenkoeken. Ik at een pannenkoek met de fameuze maple-siroop. Het was best lekker, maar niet echt anders dan Van Gilse stroop die ik op m’n pannenkoek schenk. In de middag heb ik op de fiets de grootste viool ter wereld bezocht, oftewel ‘The Big Fiddle’. Dat is zo’n beetje de enige bezienswaardigheid in Sydney, aangezien de rest gesloten is in de winter.
Met een gevoelstemperatuur van -19 was het behoorlijk koud om erheen te fietsen, ook al was ’t maar een klein stukje. Toch hield mijn kleding me aardig warm, dus dat stelt me gerust voor de komende dagen. In de avond heb ik een broccoli stamppot voor ze gemaakt en tot mijn verbazing vond Ann het nog lekker ook. Morgen ga ik mijn eerste echte kilometers maken. Ik heb er zin in en ben er klaar voor!